Views
3 years ago

Piccolo - User & Installation Manual

  • Text
  • Use
  • Heater
  • Appliance
  • Legionella
  • Thermostat
  • Piccolo
  • Installation
  • Manual

het vermogen en de

het vermogen en de werking van het toestel. Vooraleer men het toestel aansluit, moet men: - Controleren of de eigenschappen (raadpleeg de gegevens op de typeplaat) overeenstemmen met de behoeften van de klant. - Nakijken of de installatie conform is aan de IP beveiligingsindex (bescherming tegen het binnendringen van vloeistoffen) van het toestel en dit overeenkomstig de normen die ter zake van toepassing zijn. De aanduidingen op de verpakkingslabel en de typeplaat goed lezen. Het toestel installeren Dit toestel is uitsluitend ontworpen voor een installatie binnen, in lokalen die conform zijn aan de van kracht zijnde reglementen ter zake. De installatie vereist de naleving van onderstaande instructies wanneer er aanwezigheid is van: - Vochtigheid: installeer het toestel niet in gesloten (niet verluchte) en vochtige lokalen. - Vorst: installeer het toestel niet op een plaats waar de temperatuur waarschijnlijk zal dalen tot een kritiek punt waarbij er zich vorst kan voordoen. - Zonnestralen: stel het toestel niet bloot aan rechtstreekse zonnestralen, ook al is het achter glas. - Stof/dampen/gas: installeer het toestel niet als er een bijzonder agressieve omgeving aanwezig is met bijtende dampen, stoffen of gassen. - Elektrische ladingen: installeer het toestel niet rechtstreeks op elektrische lijnen die niet beveiligd zijn tegen spanningsschommelingen. ! Zie aanbeveling ref. 26 ! Zie aanbeveling ref. 9 - Bij muren die gemaakt zijn van bakstenen of holle stenen, bij weinig statische wanden of bij andere metselwerken dan aangegeven, dient men op voorhand een statische proef te doen van het draagstel. Installeer het toestel met behulp van de bijgeleverde bevestigingsplaat die u vastmaakt met 2 schroeven/pluggen van 6 mm diameter. ! Zie aanbeveling ref. 10 Plaatselijke reglementen kunnen bepaalde beperkingen opleggen voor de installatie in badkamers. Houd bijgevolg rekening met de minimumafstanden opgelegd door de hierop van toepassing zijnde normen. Installeer het toestel zo dicht mogelijk bij het aftappunt om het warmteverlies in de buisleidingen zo veel mogelijk in te perken. ! Zie aanbeveling ref. 20 Aansluiting van het water Reinig zorgvuldig het toestel om alle resten en vuilsporen te verwijderen die de goede werking van de boiler zouden kunnen hinderen vooraleer u het toestel aansluit op de waterleidingen. Sluit de in- en uitgang van de boiler aan met behulp van buizen of pijpfittingen die niet enkel bestand zijn tegen de bedrijfsdruk van het toestel, maar ook tegen de temperatuur van de boiler die in normale omstandigheden 80°C kan behalen en zelfs overschrijden. Materialen die niet tegen deze temperaturen bestand zijn, worden dus duidelijk afgeraden. Wij raden aan niet-geleidende isolatiepakkingen te gebruiken om het toestel elektrisch te isoleren van de waterleiding. Sluit de toevoerleiding (blauw rubber) en de afvoerleiding (rood rubber) aan op de overeenstemmende buizen van de installatie. Span de moffen E aan met behulp van twee sleutels zoals fig. 4 toont. Als er slechts een beperkte druk is op het toevoernet, mag u het toestel niet meer dan 1 meter boven de kraan installeren (fig. 3) en niet meer dan 2 meter naast deze kraan. Indien deze afstanden groter zijn, moet er een overbruggingsklep worden voorzien op de warmwaterleiding. Vul het toestel en laat de kraan een paar seconden lopen. Het waterdebiet mag, met volledig geopende kraan, niet hoger zijn dan 5 l/mn. Bijgevolg dient men overeenkomstig norm DIN 44531 de klep (A fig. 5) te gebruiken om het waterdebiet te beperken. In geval van hoge waterhardheid zal er zich zeer snel een aanzienlijke kalkaanslag vormen op de binnenkant van het toestel waardoor het minder doeltreffend wordt en de elektrische weerstand beschadigd wordt. Elektrische aansluiting Voer een grondige controle uit van de elektrische installatie om de veiligheid te verhogen. De fabrikant weigert namelijk enige aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door de afwezigheid van een aardaansluiting op de installatie of door storingen. ! Zie aanbeveling ref. 24 - Verzeker u ervan dat de installatie voorzien is voor het maximumvermogen dat de boiler verbruikt (raadpleeg de gegevens op de typeplaat) en of de kabels de juiste doorsnede hebben voor de elektrische aansluiting. Ze mogen met name niet kleiner zijn dan 1,5 mm 2 . Steek de voedingskabel (type H05 VV-F 3x1.5, diameter 8,5 mm) in de daartoe voorziene opening (X fig. 6) die bij de afstelknop te vinden is. Schuif de kabel door tot hij bij de thermostaat komt (T fig. 6). Sluit de kabel rechtstreeks NL 45

NL aan op de klemmen (D fig. 6) van de thermostaat (let op de polariteit L-N). Het toestel is uitgerust met een kabel die voorzien is van een stekker. Als u het toestel zonder stekker installeert, moet u een tweepolige schakelaar voorzien overeenkomstig de van kracht zijnde normen ter zake (minstens 3 mm opening tussen de contacten, liefst met zekering). Het is verplicht het toestel op een aarding aan te sluiten. De aardingkabel (geel-groen van kleur) moet aangesloten worden op de overeenstemmende aansluiting, op de weerstand, met het (PE fig. 6). Maak de kabel vast in de daartoe voorziene en bijgeleverde kabelklem. ! Zie aanbeveling ref. 11 Het is verboden verdeelstekkers, verlengsnoeren of adapters te gebruiken. Het is verboden buizen van de water-, verwarmings- of gasinstallatie te gebruiken om het toestel te aarden. Het toestel is niet beveiligd tegen de gevolgen van een blikseminslag. Vooraleer u het toestel voor de eerste keer in bedrijf stelt, moet u nagaan of de netspanning wel degelijk overeenstemt met de waarde aangeduid op de typeplaat van het toestel. Controleer ook of het toestel gevuld is met water. Indien het toestel niet uitgerust is met een voedingskabel, moet het op het vaste net worden aangesloten met behulp van een onplooibare buis of een kabel voor vaste plaatsing. Inbedrijfstelling en test Vul de tank met water vooraleer u het toestel onder spanning zet. Zet de knop (F fig. 6) in de gewenste stand, steek de stekker in het stopcontact of zet de schakelaar op stand “ON”. Controleer de goede werking van het toestel tot de eerste opwarmingscyclus voltooid is. Dit ziet u doordat het verklikkerlichtje uitgaat. Tijdens de opwarming kunnen er door de uitzetting van het water druppels uit de kraan lopen. Dit is volledig normaal en wil niet zeggen dat de kraan beschadigd is. Sluit de kranen niet met volle kracht om de voegen niet te beschadigen Lees de paragraaf over ONDERHOUDSNORMEN in geval van werkingsfouten. Instellen van de werkingstemperatuur Om de watertemperatuur te kiezen (afstelling mogelijk tussen 40° en 80°C) gebruikt men de knop (F fig. 6). Wij raden aan de temperatuur voor het water op 60° in te stellen om: - kalkaanslag te verminderen; - warmteverlies te beperken; - bacteriologische wildgroei te voorkomen. Functie antivorst Als de temperatuur in het lokaal zeer laag kan zakken, moet u de knop (F fig. 6) op stand * zetten. Het verklikkerlicht (A fig. 4) blijft branden tijdens de opwarmingsfase. ONDERHOUDSNORMEN (voor erkend personeel) ! OPGELET! Volg nauwkeurig de algemene aanbevelingen en de veiligheidsnormen op die vermeld staan in het begin van deze handleiding en volg de aanduidingen strikt op. Alle onderhoudswerken en –interventies moeten door erkend personeel worden uitgevoerd (personeel dat de kwalificaties heeft die vereist worden door de van kracht zijnde normen). Vooraleer men een onderhoud doet of onderdelen vervangt, moet men steeds het toestel uitschakelen met behulp van de externe schakelaar. Maak indien nodig de watertank leeg. ! Zie aanbevelingen ref. 20 - 26 - 28 Onderdelen vervangen Om aan de elektrische onderdelen te kunnen (weerstand, thermometer, verklikkerlicht), verwijdert men het deksel C door de schroeven D (fig. 4) los te maken. Indien men aan de thermostaat werkt, moet deze van de elektrische lijn worden ontkoppeld en uit de weerstandbehuizing worden verwijderd. Om aan de weerstand te werken, moet men de bouten (A fig. 6) losmaken met behulp van een zeskantsleutel van 10mm. Let er bij het terugzetten op dat u de voegen van de flens, thermostaat, weerstand en buizen weer in hun oorspronkelijke positie plaatst. Wij raden aan de voeg van de flens te vervangen telkens wanneer ze wordt losgemaakt. Als u klaar bent, vergeet dan niet het toestel weer met water te vullen vooraleer u het onder spanning zet. Periodiek onderhoud Eenmaal per jaar moeten de volgende handelingen worden uitgevoerd: 46

MANUALS